Sneeuwwitje kasteeltje instrumentaal. (Bron Efteling bv)

Het kasteel


Bouw van het kasteeltje, winter 1999
Het idee voor de bouw van het kasteeltje van de stiefmoeder van Sneeuwwitje samen met Herberg de Ersteling ontstond halverwege de jaren tachtig. De directe aanleiding was dat de parkeerplaats te goed zichtbaar was vanaf het Herautenplein en dus bebouwing aan westzijde wenselijk was. Henny Knoet kreeg de opdracht een invulling voor deze sprookjes bedenken die zouden moeten openen in 1986. Al snel werd onder invloed van Ton van de Ven besloten dat deze sprookjes er helemaal niet zouden komen, maar toen waren de plannen al ingetekend op de plattegrond. Nog hetzelfde jaar werden ze van de plattegrond verwijderd. Voor het seizoen van 1999 kwam het er alsnog van, tegelijk met Van de Vens Chinese Nachtegaal. Tot 1998 was een met bloem- en vogelmotieven gedecoreerde schuilhut te vinden op de plek waar het kasteeltje gebouwd werd.
 
De waarschuwingsschildjes tot 2018
Knoets spiegel en diens positionering zijn sterk gebaseerd op het ontwerp van Anton Pieck, dat zoals menig Sprookjesbosuitbeelding weer terug te leiden is op een illustratie in De Sprookjes van Grimm uit 1942. De toverspiegel van het Sprookjesmuseum verdween in 1999 uit het museum. Hij heeft daarna een tijdje in In den Ouden Marskramer gehangen, en is tegenwoordig te vinden in de Sneeuwwitje Suite in het Efteling Hotel.
Voor het kasteeltje koos Knoet voor ongepleisterde baksteen, een motief dat ook elders op het plein al terugkwam, bijvoorbeeld op de Prinsenpoort en bij de grot van Sneeuwwitje. Opvallend is dat het globale uiterlijk van het gebouw een kopie lijkt van dat van de herberg ernaast. Knoet moet
woekeren met de ruimte, want alhoewel het kasteeltje ongeveer dezelfde dimensies heeft als de herberg, moet het natuurlijk een heel andere en grootsere sfeer uitstralen. Een methode is materiaalgebruik. Ook krijgt het kasteeltje iets meer diepte door een klein torentje dat iets naar achteren is gebouwd, op de achterste rand van de projectieruimte.

Volgens Henny Knoet past het kasteeltje niet helemaal goed in het Sprookjesbos omdat het er zo nieuw uitziet. Dit zou volgens hem komen doordat het elk jaar met spuitsneeuw bedolven wordt en daarna weer met een stoomreiniger schoongespoten wordt.
Niettemin was Knoet zelf tevreden over zijn toevoegingen, blijkt uit een interview met ABG-TV

Op 1 april 1999 opende het kasteeltje voor publiek en op 11 april werd het officieel geopend door Miss Nederland en Pardoes. Nog diezelfde maand werd er flink gesleuteld aan de timing van de effecten. De show wordt ingekort om ongedurige bezoekers ter wille te zijn. De hele show duurt nu in plaats van 5 minuut 20 nog maar 3 minuut 40. In mei 2000 werd ter completering het grote schilderij in het voorportaal van het kasteeltje opgehangen.

 

In het voorjaar van 2018 was het sprookje toe aan een grote renovatie. Het kasteeltje van de stiefmoeder kreeg een relatief kleine opfrisbeurt waarbij het bord aan de gevel opnieuw werd gemaakt, het textiel gereinigd en de windvanen opgepoetst. De veel oudere grot onderging echter een grote reconstructie. De dwergen kregen nieuwe pakken, het dak is gerepareerd en alle rotsen zijn opnieuw ingeschaduwd en gedecoreerd. Op de vloer liggen nieuwe flagstones. Het interieur van de grot is in zijn geheel in een loods op de Speelweide vervaardigd en vervolgens in puzzelstukken naar het sprookje gebracht. De verlichting werd aangepast, waarbij ook een subtiel verschil in de belichting van het dwergenhuisje tussen overdag en 's avonds werd toegevoegd. Er werd ruim de tijd genomen omdat men niet wist wat men zou tegenkomen bij
de sloop van het interieur, maar omdat de constructie uit de jaren zeventig nog stevig genoeg bleek te zijn kon het sprookje in plaats van begin juli, al op 9 juni weer openen.

In maart 2022
werd de projectietechniek van de toverspiegel verbeterd; het beeld was voortaan merkbaar scherper dan het in de jaren daarvoor was geweest.

De grot


De grot aan het Herautenplein
De grot waar Sneeuwwitje en de zeven dwergen in te vinden zijn is vanaf de uitgang van het kasteel meteen te bereiken, en is tevens binnen te komen zonder het kasteel aan te doen. De kleine lage opening in een rotswand ligt onder de ruïnes van een afgebrokkeld kasteel, waar behalve een lage toren en enkele halve bogen bijna niets meer van over is. Dit in groot contrast tot het kasteel van de stiefmoeder dat er puntgaaf naast staat. 's Avonds wordt de rotswand opgelicht met spots in de bestrating en kleuren de rotsen blauw en violet.
 
Sneeuwwitje en de zeven dwergen
In de lage grot, waar volwassenen moeten bukken, is een scène te zien achter vijf ruiten. In het kasteel zagen we nog het begin van de vertelling, in de grot zien we het moment aan het eind waar Sneeuwwitje in haar kist ligt, vergiftigd door een hap uit de appel. Ze draagt een witte jurk en roze slofjes en heeft bloemen in haar handen die op haar buik rusten. Onder haar hoofd liggen twee kussens. De kist bestaat uit een houten onderstel waar de naam van de prinses in gotisch schrift in is verwerkt, en een balkvormige stolp daar bovenop. De randen van de stolp zijn van metaal, de platen van glas.
De zeven dwergen staan en zitten wenend om haar heen. Drie dwergen hebben een zakdoek en kijken verdrietig naar de kist. De dwerg bij het hoofd heeft een lantaarn vast, ernaast staat een dwerg met een kaars. De dwerg achter de kist kijkt bedroefd naar beneden. Aan het voeteneind staat de zevende dwerg. De dwergen maken subtiele bewegingen, zoals licht op en neer kijken naar de kist en de grond of met een zakdoek 'een traantje' wegpinken. Op de achtergrond is het huisje van de dwergen te zien. Overdag is dit aangelicht als een huisje in een donker bos; 's avonds schijnt er maanlicht op het huisje. Boven de dwergen hangen stalactieten aan het plafond. Boven de bezoekersruimte is de grot vlak, maar er zijn wel enkele speakers verborgen waaruit onheilspellende geluiden te horen zijn, evenals het huilen van de dwergen.
Normaliter
is de scène uitgelicht in donkerblauw, maar als de zon laag staat (voornamelijk in de winter) komt er veel licht binnen in de grot.


Geschiedenis
De oorspronkelijke grot van Sneeuwwitje


De grot in 1952
Sneeuwwitje was één van de tien sprookjes waar het Sprookjesbos mee opende op 31 mei 1952. In de hoek van het nieuw aangelegde Herautenplein werd een grot gebouwd met bovenop een bakstenen torentje. De grot was destijds anders dan de huidige. Aan de pleinzijde zat een opening over de gehele breedte, waardoor zonlicht binnen kwam en op de uitbeelding scheen.


De oorspronkelijke uitbeelding
Bezoekers konden zonder te bukken de grot binnen. Via een klein trapje kwam je voor een bakstenen verhoging waarop een scène was gecreëerd met Sneeuwwitje in haar kist en de zeven dwergen om haar heen. Deze oorspronkelijke uitbeelding was een statische. De dwergen waren stenen beeldjes, evenals twee eekhoorns naast de kist. Een spiegel deed dienst als vijvertje. Er hingen enkele stalactieten aan het plafond en er zaten fossielen verwerkt in de muur.


In de grot, jaren vijftig
De dwergfiguren werden gemaakt van een weerbestendige substantie, uitgevonden door Peter Reijnders. De eerste figuren werden gemodelleerd door Leo Jungblut, een kennis van Reijnders die later ook nog enkele andere figuren maakte. Het figuur van Sneeuwwitje werd uitbesteed aan firma N.V. Phoenix te Lochem. De opdracht wordt op 11 april 1952 schriftelijk uitgelegd:
Het vervaardigen van de figuur van Sneeuwwitje, in houding en gelaatsuitdrukking zoveel mogelijk gelijkend op de tekening van Anton Pieck. Het gelaat, armen en voeten zo natuurgetrouw mogelijk. Wenkbrauwen en ogen van echt haar, terwijl u voor het kapsel voldoende hoeveelheid zwart geverfd echt haar bijlevert om door onze kapper gelegd te worden als op tekening aangegeven. Een en ander tezamen voor de prijs van 300 te leveren zo vlug mogelijk maar zéker vóór 9 Mei 1952. De figuur te zenden aan de Heer P. Reijnders, Willemstraat 12, Eindhoven.
Alhoewel de opdrachtomschrijving ook de leverantie van haar specificeert, vermelden andere bronnen dat Peter Reijnders het bekwam van de Franse zusters van St. Anna in Eindhoven, omdat hij had vern
omen dat ingetreden nonnen het haar moeten laten groeien zodat het kapsel bij de professie kan worden afgekapt. Bij Reijnders thuis lag Sneeuwwitje wekenlang op het buffet, waar ze werd opgemaakt en aangekleed door Betty, de oudste dochter van Reijnders. Uiteindelijk wordt ze met een lijkwagen naar Kaatsheuvel vervoerd.