Chinese nachtegaal instrumentaal. (Bron Efteling bv)

De Chinese Nachtegaal is een sprookje over een keizer die elke dag geniet van een zingende nachtegaal aan zijn raam, vervolgens een mechanische nachtegaal ontvangt welke kapotgaat, dan doodziek wordt en pas geneest als de echte nachtegaal uiteindelijk weer voor hem komt zingen. Het werd geschreven door de Deense sprookjesschrijver Hans Christian Andersen die het publiceerde in zijn sprookjesbundel Nye Eventyr in 1843 onder de titel "Nattergalen" (Nachtegaal).
In de Efteling is het de dertigste en tevens laatste uitbeelding op de route in het Sprookjesbos. Het was oorspronkelijk één van de eerste sprookjes waarmee het Sprookjesbos in 1952 opende, maar deze eenvoudige versie van een zingend vogeltje op een tak voor een muurtje werd in 1979 vervangen door Draak Lichtgeraakt. Sinds 1999 is het sprookje in haar huidige, grootse incarnatie compleet met het paleis van de keizer en een paleistuin weer te vinden in het Sprookjesbos, dit keer tussen de Vliegende Fakir en de uitgang van het Sprookjesbos.Hierbij wordt in een voorstelling met verschillende animatronics het einde van het verhaal uitgebeeld, met de zieke keizer in bed. De eerste versie van het sprookje werd gebouwd naar ontwerp van Anton Pieck, de huidige is ontworpen door Ton van de Ven.

.

Het verhaal 

Lang geleden woonde er in China een keizer. Hij hield van de állermooiste dingen. En toen hij hoorde dat er een vogel in zijn rijk was die zo mooi zong, dat men van verre kwam om zijn liederen te horen, gaf hij de opdracht om deze vogel voor hem te zoeken. De nachtegaal was zeer vereerd, en verscheen die avond aan het raam bij de keizer. “Is dit alles?” riep de keizer teleurgesteld uit bij het zien van het eenvoudige grauwe vogeltje. Maar de zang van de nachtegaal trof de keizer direct in het hart. Van ontroering liepen de tranen hem over de wangen. “Dit is het aller, allermooiste, wat ik ooit heb gehoord!”, stamelde de keizer. En iedere avond erna, verscheen de nachtegaal aan zijn raam, en zong voor de keizer het hoogste lied. Maar op een dag werd er een groot pak afgeleverd waarin een mechanische nachtegaal zat bezet met kostbare diamanten en edelstenen. Als je hem opwond bewoog hij, en zong zijn hoogste lied.

“Deze was veel mooier dan de echte, en kon net zo mooi zingen”, vond de keizer. Hij zei de nachtegaal dat hij niet meer terug hoefde te komen, want hij had nu een veel mooiere. Een heel jaar lang luisterde de keizer naar zijn gouden nachtegaal. Totdat er iets ergs gebeurde. Plots kwam d'r een akelig geluid uit de kunstvogel die daarna zweeg.

En wat de keizer ook liet proberen, het mocht niet baten. De keizer was ontroostbaar. Hij werd ziek van verdriet. In heel China was iedereen daarom zeer verdrietig, want alle mensen hielden veel van hun keizer.

 

(De dood)

Hahaha! Je bent van mij...
Nu bezit ik de symbolen van je macht:
Je kroon, je zwaard, en het keizerlijk vaandel
Ik zal je grootste bezit ontnemen; je leven!
Hoor, hoe het leven uit je wegvloeit
In mijn rijk zul je míj ten dienste staan
Rijkdommen zullen je niet baten.
Enkel de warmte van onvoorwaardelijke liefde en trouw zal je nog kunnen redden,
Van de koude des doods!

 

Van 1963 tot 2000 was de mechanische nachtegaal te vinden in het kabinetje van het Sprookjesmuseum, in wat nu het huisje van Vrouw Holle is. Later was het te zien in het Efteling Museum aan het Anton Pieckplein, waar het tot mei 2017 lag. In het kabinet waren zes vitrines met ieder een attribuut uit een sprookje te zien. De nachtegaal was een stuk kleiner dan de versie die nu in het paleis van de keizer gebruikt wordt. Het ontwerp van Anton Pieck dat staat afgebeeld in Kroniek van een Sprookje toont dat Pieck eigenlijk een duidelijk kapotte versie van het mechanische vogeltje wilde, met springveren die uit het bekje komen.
Bij het sprookjesattribuut stond een aquarel van Anton Pieck waarop een silhouet van de echte nachtegaal te zien was, zingend op een tak. Naast Piecks tekening staat in gotisch schrift:
De Chinese Nachtegaal
De keizer dacht, dat hij
droomde; waar had hij dit
prachtig gezang toch eerder
gehoord?
Het klonk nog veel mooier dan
het lied van de gouden, nu oud
en versleten, nachtegaal, die hij
van de keizer van Japan gekre-
gen had.
Hoewel de attributen in het Sprookjesmuseum dus uit sprookjes kwamen die zowel niet als wel stonden uitgebeeld verderop in de Efteling, is de Chinese Nachtegaal een uniek geval:
De uitbeelding stond in het bos (1952);
kreeg een aanvulling in het museumpje (1963);
de uitbeelding verdween vervolgens maar de vertegenwoordiging in het museum bleef (1979);
en later werd een compleet nieuwe uitbeelding gebouwd, waarna het attribuut in het museum weer verdween (1999).
Bij de opening van Van de Vens Chinese Nachtegaal in 1999 werd de mechanische nachtegaal in het Sprookjesmuseum namelijk verwijderd en in de zomer van 2000 werd het lege kabinetje van de gouden nachtegaal ingevuld door de fluit van
de rattenvanger van Hamelen.
Een paar maanden later werden de deuren van de kleinbehuisde expositie gesloten. Bij de terugkeer in het Efteling Museum werd in het kabinet de fluit weer vervangen door de nachtegaal.

De huidige versie

Tekening van Wang Po door Ton van de Ven
Het sprookje van de Chinese Nachtegaal in haar huidige vorm werd aan het Sprookjesbos toegevoegd in 1999 naar ontwerp van Ton van de Ven. Het is niet duidelijk waarom de Chinese Nachtegaal zo plotseling naar voren werd geschoven als het nieuwe showsprookje. Wel is bekend dat de Efteling al lang een attractie wilde met een Chinees thema. In Kroniek van een Sprookje zijn verschillende schetsen van Anton Pieck te vinden, waaronder een jonk een oversteek over de Roei- en Kanovijver  met uitkijktoren en een spookhuis inclusief binnenplaats. Verderop in het boek is ook een werktekening van Van de Ven te vinden voor een attractie met de naam Wang Po wat waarschijnlijk een voorloper was voor Villa Volta. Uiteindelijk werd de Chinese Nachtegaal het eerste gebouw in het park met Chinees thema.
 
Maquette van het interieur
Het paleis van de keizer werd opgetrokken in wat voorheen de Siertuin was, naast de uitgang van het Sprookjesbos. Nadat een jaar eerder al KleinDuimpje en Repelsteeltje in het zuidelijke deel van de tuin waren geplaatst, was hiermee de complete ruimte ingenomen door sprookjesuitbeeldingen. Het was, na de Indische Waterlelies, het tweede volledig geconditioneerde binnentafereel waarbij door middel van een voorstelling een sprookje wordt uitgebeeld. Anders dan bij de Waterlelies wordt het verhaal hier niet met muziek en dans uitgebeeld, maar met drama, iets wat bij het latere
Meisje met de Zwavelstokjes en Assepoester ook gebeurt.

Illustratie van Anton Pieck (Chinese nachtegaal)